Barbecue vuurschaal
Houtskoolbarbecue
Gasbarbecues
Pizzaoven
Barbecue accessoires
Rookbarbecues werken door langzaam te garen op lage temperaturen (tussen 90 en 120°). Het hout of de rookschilfers worden in het daarvoor bestemde compartiment in het onderste gedeelte gelegd, waardoor een rook ontstaat die het voedsel omhult met het aroma van het gebruikte hout. Het gesloten deksel houdt de rook binnen voor een gelijkmatige garing. Dit maakt het voedsel mals en geeft het een intense rooksmaak.
Begin met het kiezen van het rookhout volgens de gewenste smaak. Steek de sintels in de vuurkorf aan en voeg dan de houtkrullen toe. Zodra de gewenste temperatuur bereikt is, zet je de ventilatieopeningen uit om de rook te doven. De temperatuur moet dalen tot tussen 60 en 150°C, waarna je je eten op het rooster kunt leggen, het deksel sluiten en wachten. Controleer de temperatuur regelmatig en pas de ventilatie aan indien nodig. Koken op een rookbarbecue gaat langzamer dan op een gewone barbecue (houtskool of gas), dus reken 1 uur voor 500g vlees.